2013-11-19

DE VAL VAN CANDIA

AANTEKENINGEN

Het Turkse beleg van Candia tussen 1647 en 1669 sprak zeer tot de verbeelding van de tijdgenoten en werd al spoedig vergeleken met het mythische verhaal over Troje. Zeker in de laatste jaren van het beleg vond men onder de verdedigers tal van Europese nationaliteiten, hetzij als huurling, hetzij als vrijwilliger en evenzeer Protestanten naast Katholieken. Paus Clemens IX maakte er een echte kruistocht van. Zijn dood, nog geen twee maanden na de capitulatie, wordt dan ook daaraan geweten.
Drama had de strijd in ieder geval genoeg. Men stelle zich een stad voor van zo’n 10.000 inwoners en een garnizoen dat dat getal evenaarde, geheel ingesloten aan de landzijde door een leger van 130.000 man. Sinds de Turkse grootvizier Achmed Köprülü er vanaf 1666 zijn halszaak van maakte en ook persoonlijk aanwezig was, werd de druk van buiten door bombardementen en stormaanvallen vrijwel ondragelijk. Immers, alle benodigdheden (waaronder ook hout, het enige middel tot verwarming van huizen en voedsel!) moesten over zee komen. Honger leidde dan ook zo nu en dan tot kannibalisme. Voor het water was men afhankelijk van de opgevangen regen die er ’s zomers nauwelijks viel. Dysenterie was endemisch. Bovendien woedden er geregeld pestepidemieën.
De militaire leiding aan Venetiaanse kant was onderling gewoonlijk zeer verdeeld. Niet in de laatste plaats omdat de afstand met de moederstad fysiek en mentaal groot was en velen een eigen agenda hadden. Het wantrouwen was groot. De beschuldigingen over en weer dat men door eigen mensen onder vuur was genomen of in Uria-situaties (denk aan David en Batseba) verzeild was geraakt, zeggen wat dat betreft genoeg.
De val was – toen eenmaal Achmed Koprülü op het toneel verscheen – onvermijdelijk. Dat Francesco Morosini, die de overgave op eigen gezag regelde (onbestaanbaar in het Venetiaanse staatsbestel), daarmee wegkwam, is m.i. dan ook gerechtvaardigd. Op 16 september 1669 kwam daarmee een einde aan de Venetiaanse heerschappij over Kreta die van 1212 dateerde. (De aanwezigheid van Nederlands gezag in Indonesië duurde heel wat korter!).
De Turkse opmars leek onstuitbaar. In 1683 verschenen ze opnieuw voor Wenen. Hun nederlaag daar luidde de neergang van het Ottomaanse rijk in.
Bronnen:
Wilhelm Kohlhaas, Candia 1645-1669. Die Tragödie einer abendländischen Verteidigung mit dem Nachspiel Athen 1687. Osnabruck ,1978.
John Julius Norwich, A History of Venice (London 1977; Penguin-uitgave 2003).

 

>inhoud



vorige pagina | volgende pagina
  Website gebouwd door intronet