2013-12-30

DE OPLICHTER

10. DIENAAR VAN DE HEER

En laat Obadja nu prompt op Elia stuiten!
En dat is voor die brave man geen makkelijk ding,
die, toen Izebel ze uitroeien ging,
honderd profeten in een hol liet onderduiken.
Godvrezend als hij is – hij draagt zijn naam terecht –
is hij – al doet hij ook wat moet – toch bang (dus echt
een held). 
                 Maar hij heeft niets op dit moment te vrezen:
Elia is naar koning Achab onderweg,
Obadja hoeft alleen zijn voorbode te wezen.

En zo kwam Achab al Elia tegemoet:
“Ben jij het, onheilbrenger Israëls? “
                                                              En hij:
“Niet ik. Maar jij! Jij hebt dit uitgewroet!
Jij met je vader! Dorst naar heerschappij!
De Baäl van het land! God van het volk!
Roep daarom nu het volk, heel Israël,
bijeen om helder, onbewolkt
te horen en te zien: wie niet, wie wel!”

 

>inhoud



  Website gebouwd door intronet