1987-07-01
DE BINNENWEG
Tweede deel.
25.
a. Van ’t zomerkoeltje maak ik mijn gemak, ik zit in alle rust.
b. Kom uit je huisje, dikke pad! Je moet niet in je eentje zitten brommen!
c. De bloemen zijn penselen die ogen van sirenen zichtbaar toetsen.
>inhoud
|