2001-09-01
TOEDOEN 3
-
De ontstellende vrijheid van lucht die me sleept van verschiet naar verschiet: een hemel in vogelvlucht en aarde verstrooiingsgebied dat maar wijkt van kim maar naar kim en van kom maar naar kom maar verleidt dat ik hals over kop van zin me verzaai en verwaai in mijn tijd. Ik buitel, ik wentel, ik dans in de zon, een van wonder tot wonder gaand kind dat zonder erg, zo maar monter begon en een doolhof van overdaad vindt. Geen boven, geen onder, wel naast en opzij, in detail en in onderdeel verzink ik, verdrink ik, verlies ik mij, het steeds verder wijkend geheel een steeds wijder zich openend net, als niet jouw vraag als een waarschuwingssein mij uit mijn duikvlucht naar binnen toe redt: jouw armen mijn landingsterrein. (25 augustus 2000)
>inhoud
|