2002-12-20

DE REIS VAN ONS LEVEN

8. Apulië

Castel del Monte staat op de eurocent van Italië. Een bescheiden, maar terecht eerbetoon. Zo geliefd is Frederik II in zijn tijd nooit bij de Italianen geweest, ook al heet hij dan de eerste moderne mens uit de geschiedenis te zijn. De beroemd-beruchte biografie die Ernst Kantorowicz over hem schreef, las ik ooit voor mijn kandidaatstentamen Middeleeuwse geschiedenis.10 Hier in Castel del Monte, dat eruit ziet als een burcht, maar het niet is, is de keizer volop aanwezig. Een harmonisch achthoekig complex dat de universele aanspraken van de keizer van het Imperium Romanum zichtbaar maakt. Want daar ging het hem toch om, hoe onbevangen en weinig gewetensvol (en dus modern?) hij ook te werk ging. Overigens zonder enig blijvend resultaat. Vierentwintig jaar na zijn dood was zelfs zijn dynastie van de aardbodem verdwenen.
Maar dankzij de moderne restauratietechniek staat het kasteel er weer pront bij. 11

Van Castel del Monte buigen we terug naar Matera, waarvan de oude benedenstad geheel uit holwoningen bestaat. Een wonderlijk gebeeldhouwd, gekarteld woonlandschap, omhoog kruipend naar de hoger gelegen kerken, dat ons compleet verrast, want zelfs de naam van de stad hadden we nog nooit gehoord. Onze verkenningstocht wordt beperkt door Paulines longen. We beloven elkaar hier weer terug te komen als we wat meer op adem zullen zijn.

In Tarente blijkt de camping, waarop wij hoopten, gesloten. Daarmee gaat deze fraai gelegen stad (en haar sinds de klassieke oudheid beroemde oesters) aan onze neus en oog voorbij. Wij vinden onderdak in La Capitale dei Trulli, te weten Alberobello, dat je het gevoel geeft in een levensgroot Efteling verzeild te zijn geraakt. Landschap en stadsbeeld worden bepaald door duizenden witte, ronde huisjes met een kegelvormig dak van grijze stenen, de zogenaamde Trulli. De oorsprong blijkt wat minder sprookjesachtig. De plaatselijke heersers stonden de kolonisten slechts een tijdelijke huisvesting toe, omdat ze anders aan de koning belasting moesten betalen voor elke nieuwe ingezetene. Pas in1797 gingen de boeren klagen bij de koning met het resultaat dat hun “wijngaardhuisjes” werkelijke woningen konden worden. Maar goed, zoals zo vaak is het leed van gisteren het toeristische goud van vandaag, want ze maken er goede sier mee. Het geheel doet overigens, om het op zijn Toonders te zeggen, toch wel erg trullig aan.
Dat kan je niet zeggen van Lecce, die barokke parel op de hak van de laars, die tijdens de bloeiperiode van de 16e tot de 18e eeuw is volgezet met kerken en paleizen, overvloedig versierd met lichtgele ornamenten uit een makkelijk te bewerken kalksteen die in de buurt te vinden was. Wij blijven ondertussen wel met de vraag zitten waar de bloei vandaan kwam, die de oorzaak van deze overdaad was. Zo goed ging het toch niet met Italië na de ontdekking van Amerika.

Vóór Lecce hadden we trouwens nog een speciaal adresje te bezoeken: de wijncoöperatie van Salice Salentino. Mijn broer had me onlangs nog gezegd dat die wijn onbetaalbaar was geworden. Nu, de prijs van de wijn in de losse verkoop blijkt hier 72 eurocent de liter te zijn.. Tot ver in Griekenland zullen wij ervan genieten.

Apulië levert overigens ook 10% van de wereldproductie van olijfolie. Als je even van de grote weg af bent (en dat moet je hier dus altijd doen), rij je door eindeloze olijfgaarden met bomen van – lijkt ons – eerbiedwaardige ouderdom. En daartussen vind je dan kleine oude stadjes met indrukwekkende kerken, waarover de reisgidsen in alle talen zwijgen.

Veel van de olijfbomen zijn “dubbelbomen”: twee stammen die om elkaar heen gekronkeld zijn. Na onze terugkeer in Amsterdam krijgen we een kaart van Ans met daarop zo’n dubbelboom, waarmee ze ons vergelijkt. “Nog mooier dan twee torens”, schrijft ze.

Zo zou het moeten blijven:
twee lijven, o, olijven,
die jaren elkaar schragen
om samen vrucht te dragen,
zo puur en onversneden:
de smaak van vrede.


  Website gebouwd door intronet