2002-12-20

DE REIS VAN ONS LEVEN

30. Stelt u zich eens voor….

’s Avonds zitten we, onze laatste avond in Istanbul, alleen met zijn tweeën op het dakterras van ons hotel. De Aya Sofia in de verte staat al in de schijnwerpers, de Blauwe moskee dichtbij nog niet. Erbinnen brandt nog licht. De maan staat boven de Zee van Marmara. Boten doorsnijden de baan van licht op het water. Boven ons wordt soms in het strijklicht een vogel zichtbaar, wit afstekend tegen de zwartblauwe hemel. Een gevoel van rijkdom, alsof we hier wonen, alsof dit allemaal ons eigen bezit is. En het is niet eens alsof. Dit ís op dit ogenblik ons bezit.
“De laatste keer”, zegt Pauline.
Ik antwoord dat ik het niet weet, maar dat in ieder geval dit moment deel van ons leven is en dat het niet meer is af te nemen. En ook: jij kan eerst gaan, maar ik net zo goed. Morgen kan ik het slachtoffer van een ongeluk zijn. En of het zo wil, valt me nu die aansmeerder van zomerverblijfjes in, die ons vorig jaar aan de Costa del Sol bij het tonen van een honderd in een dozijn Caribische “scenery” (rieten parasolletjes onder palmen op een blinkend wit kunststrand bij een azuurblauw zwembad) zei: “Stelt u zich eens voor dat u daar zou zitten!” Wat was hij onprofessioneel boos toen wij zijn schitterend aanbod afwezen! Stelt u zich eens voor dat u daar zou zitten….! Hier zitten we nu zo maar met zijn tweeën schatrijk te wezen.


  Website gebouwd door intronet