2009-10-14

DE DRAAD DOOR HET SLAKKENHUIS

31. IKAROS

a.
Vader, vroeg hij, waaròm?
Waarom zijn de dingen
zoals ze zijn? Zo stom.
Nietszeggende stapelingen.
Leg uit! En de vader,
als elke vader voor hem
en na hem, verklaarde nader,
naar hij verstand had. Hoor hem!
Hoorde zichzelf, bedacht
hoe armoedig het was
(moedeloos, moeizaam, moeras)
wat hij te berde bracht
aan kunstjes, kunstgrepen.
O, de kunst te verstaan
om uit je benepen
kronkeling op te staan!
Drijfveer, wriemelend eerst, maar
die dan uit zijn ei splijt,
opzwiepend, opwiekend naar
een hemel van vrijheid.

>inhoud



  Website gebouwd door intronet