1988-12-01

CHEMIN DES DAMES EN ANDERE GEDICHTEN

-

Ik ken haar niet, toch moet zij in mij zijn:
mijn overgrootmoeder, die zwanger werd,
verkracht bij terugkeer van
de kermis op haar dorp. Haar eerste
en haar laatste man: de ongewenste vader
van haar zoon, een toekomst, die
hardhandig haar werd ingeplant.
Van onheil zwanger baarde zij
haar kind en bleef beducht
haar leven lang voor wat de nacht
aan vrucht had voortgebracht.
Het wonder bleef niet uit: het kind verried
zijn vader niet en groeide op
tegen haar angsten in. Men zegt dat hij
- ook hem heb 'k nooit gekend - gelovig
maar heel driftig was. Hij haalde eens,
hoewel hij helemaal niet zwemmen kon
een kind voor dood uit het kanaal.
(Ontdekte naderhand pas dat 't zijn kind niet was)
Of dat nu door zijn godsvrucht kwam?

Dat's allemaal al lang geleden. Hij stierf
voordat de oorlog kwam, waar ik
een kind van ben en 't eiland waar
mijn ouders elkaar vonden, door de bezetters
onder water werd gezet. In de familiebijbel
die 'k in mijn handen heb, vind ik
mijn opa's naam in 't opdrachtformulier voorin.
Ik heet naar hem.
                                             (24 juli 1986)

>inhoud



  Website gebouwd door intronet