2012-03-16

RAPSODIE 5

_

Wat Terach dreef, is niet bekend.
Hij wou naar Kanaän, maar bleef
in Haran plakken op het end.
Wat hem daar hield? Zat hem iets scheef?
Was Haran al genoeg? Of was hij ’t moe
om maar steeds onderweg te zijn?
Of kwam hij er niet meer aan toe
uit angst of zo voor de woestijn
die hem nog scheidde van het land?
Hoe het ook zij, hij bleef. Met hem
wie door hem daar was aanbeland.
Behalve Bram, want die vernam
(zei hij tenminste zelf) een stem:
“Ga, jij!´ Een snauw – maar als een vlam:
“Het land dat ik zal laten zien!”
Belofte van een toekomst die
zijn leven vorm gaf sedertdien,
zijn nooit voltooide symfonie.
Ga! En hij ging met vrouw en neef,
wat ieder ook die achterbleef
hem ried. En hij vond Kanaan.
Zijn Kanaän, een leven van
vertrouwen op een einder die
ook jou niet altijd duidelijk is
(je voert maar deels zelf de regie).
Maar weten wat je hebt en mist.
 

(13- 25 augustus 2011)

>inhoud
 



  Website gebouwd door intronet