2012-05-02

NOVA ZEMBLA

AANTEKENINGEN

Op 10 mei 1596 verliet het schip van Heemskerk en Barents en dat van Jan Cornelisz Rijp
Amsterdam om de noordelijke zeeweg naar China (Cathay) te vinden. Op 1 juli scheidden hun wegen door een meningsverschil over de route. Op 1 september kwamen Heemskerk en Barents en hun 15 metgezellen vast te zitten bij IJshaven op Nova Zembla. Daar bouwden zij Het Behouden Huys, waar ze van 24 oktober 1596 tot 13 juni 1597 verbleven en van 4 november tot 27 januari de poolnacht (die door het zogenaamde Nova Zembla-verschijnsel voor hen eerder eindigde) ervoeren. In juni begonnen ze aan de terugreis die hen, na in 81 dagen 2200 kilometer overbrugd te hebben, weer verenigde met Rijp die op dat moment met zijn schip bij Vardø (Noord-Lapland) verbleef. Op 6 oktober van daar vertrokken, kwamen ze op 1 november 1597 terug in Amsterdam. Vijf man, waaronder Barents, overleefden de tocht niet.
Zonder Gerrit De Veers levendige verslag, dat het jaar daarop verscheen, zou de overwintering een voetnoot in de geschiedenis zijn gebleven. Nu werd het Nederlands enige heldenepos en – typisch Nederlands – ook nog waar gebeurd. In de 19e eeuw werd dit effect versterkt dankzij Tollens’ Tafereel der Hollanders op Nova Zembla (1819). Tollens werk berustte overigens niet op De Veer. Jammer, want dat had hem stellig behoed voor de talloze enormiteiten die hij te berde brengt.

De Nederlandse Republiek, ontstaan in de opstand tegen de Spaanse koning, had in 1588 besloten zonder vorst verder te gaan en kon na 1590, toen Parma zich op last van Filips II ook met Frankrijk moest bemoeien, zich consolideren boven de grote rivieren.
De jaren negentig waren een periode van expansie en vernieuwing. De zeeweg naar Indië werd gevonden, het eerste fluitschip gebouwd en de houtzaagmolen geoctrooieerd. Een periode van groeiend zelfbewustzijn, wat bijvoorbeeld tot uiting kwam bij de helden-begrafenis die Heemskerk te beurt viel, nadat hij bij zijn overwinning op de Spaanse vloot in haar thuishaven Gibraltar in 1607 was gesneuveld.

In 1871 werden de overblijfselen van Het behouden Huys gevonden. Men vindt ze in het Rijksmuseum. Een expeditie in 1876 leverde het cedelke op, de verklaring die Barents en Heemskerk bij hun vertrek op 13 juni 1597 in een kruithoorn in de schoorsteen hadden achtergelaten.
In 1878/9 voltooide Nordenskiöld als eerste de noordoostelijke doorvaart. Hij maakte daarna aanspraak op de beloning van 1596, maar ving bot bij de Nederlandse regering.

Voor het moderne onderzoek ter plaatse: zie JaapJan Zeeberg, Terugkeer naar Nova Zembla (2007; antiquarisch verkrijgbaar zie www.boekwinkeltjes.nl) . De foto, genoemd in 16. is daar te vinden. Voor een werkelijke kennismaking met de gebeurtenis blijft De Veers oorspronkelijke verslag onovertroffen. Moderne hertalingen (o.a. bij Zeeberg) halen het daar niet bij. Dit jaar verscheen een facsimile-uitgave. Een transcriptie is te vinden bij S.P. L’Honoré Naber, Reizen van Willem Barents enz. (1917). Rayner Unwin, Overwintering op Nova Zembla (oorspr. 1995; ned. vertaling 2011) is een verhelderende reconstructie.
Lāčplēsis (‘berendoder’) in 11. is de mythische held van Letland.
De mogelijkheid bestaat dat in een later stadium aan deze verzameling nog gedichten worden toegevoegd.
Tenslotte: het verdient aanbeveling de gedichten hardop te lezen.

> inhoud

 



vorige pagina | volgende pagina
  Website gebouwd door intronet