2016-01-20

ADEMTOCHT 2015

PARADIJSTUINTJE
Van binnen zijn omheining barst de tuin
in kleuren en geluiden uit. ’t Tapijt
van kruid en gras en bloemen hemelruim
hier neergedaald in bonte heerlijkheid.
Hoor ’t harpje maar waarmee dat joch - Hij dus,
allicht – het vogelkwetteren begeleidt.
En zie zijn wijze moeder: hoe bewust
zij ’t woord ter harte neemt. De draak
ligt naast Sint Joris mooi voor lijk. Hij blijkt
veel kleiner dan ik eerder dacht. En kijk!
de duivel zelf is ook al buitgemaakt
door Sint Michiel, die minzaam luistert naar
-vermoed ik zo – Sint Joris’ jachtlatijn.
Maar wie die andere figuren zijn?
Dat is een kwestie van puur raden maar.
Het zullen vast wel heiligen zijn – maar wie?
En die drie vrouwen doen nog wat – die man
doet niets, die staat – met kennelijk sympathie –
te luisteren naar wat door Sint Joris van
zijn heldendaad wordt opgehaald. – Men schrijft:
de schilder liet het vrij. Bedenk maar zelf
wie ’t zijn. Geniet maar van het klare water,
de vruchten op de tafel. Kijker, zwelg,
jij, kettertelg van zo veel eeuwen later,
in wat een onbekende aan jou geeft,
jij, hond die van gevallen kruimels leeft.
(5 februari 2015)

Naar aanleiding van catalogusnummer 37 van de tentoonstelling “De weg naar Van Eyck”(Museum Boymans-van Beuningen 2012), een paneel uit het Bovenrijngebied van omstreeks 1415

inhoud>.

 



  Website gebouwd door intronet