2001-09-01
TOEDOEN 3
  Tegen de morgen wakker, rusteloos.  Je ogen dicht, alleen geluid  vindt drempelloos je oor:  het licht gefluit van adem naast je,  wind, een torenklok die slaat,  een haast onhoorbaar als maar door  dof dreunen van een apparaat.  Je hand vindt blind de radio,  koptelefoon -- en overvallen, reddeloos  verloren, klinkt troostend een adagio  in je verbaasde oren. Alsof gepland  je daarvoor wakker bent.                                          (24 oktober 2000)  
  
>inhoud
  
 
  
 
 |