2002-12-20

DE REIS VAN ONS LEVEN

34. “Serbischer Unfug” 23

In Niš blijkt de camping veranderd in een trefpunt van vrachtwagens en permanent bewoonde of liever uitgewoonde stacaravans. Maar er is een motel-camping aan de andere kant van de stad richting Belgrado. Vijftien kilometer buiten Niš vinden we een hypermodern gebouw met daarachter een schitterende, maar totaal verlaten, want gesloten camping. Het gras dat er staat heeft een zoete, wilde geur. Zouden we toch maar niet? Maar alle voorzieningen zijn dicht en het motel met zijn gelikte interieur en daarbij aangepaste prijs lokt ons niet. We rijden verder.
Tenslotte belanden we bij een soortgelijke gelegenheid verderop, waar wat mensen buiten zitten. Ook hier is het kampeerterrein verlaten, maar het motel ziet er van buiten wat aantrekkelijker uit. We besluiten gezien het tijdstip hier te blijven ook al blijkt, als we onze kamer betrekken, dat hier wel erg weinig kwaliteit voor ons geld geboden wordt. Maar er is een restaurant dat een redelijke maaltijd verschaft en zo zien we daar op het terras de avond vallen over de omringende heuvels.

De volgende ochtend zijn we dankzij het geringe slaapcomfort al vroeg op stap. Naarmate we Belgrado naderen wordt het steeds drukker. Op een gegeven ogenblik komen we terecht in een behoorlijke file. Er blijkt aan de weg te worden gewerkt en het verkeer wordt zoals gebruikelijk gedwongen, ruim vóór de plaats waar werkzaamheden plaats vinden, naar één rijstrook te gaan. Ongebruikelijk voor ons is, wat er daarna gebeurt. De afzetting van de vrijgemaakte rijstrook is makkelijk te omzeilen en spoedig worden we daar dan ook door tal van auto’s ingehaald. Politie ontbreekt, ja, sterker nog, onder de passerenden blijkt zich ook een politieauto te bevinden. Voor ons zijn de gevolgen duidelijk: een nog langer file dan de eerste want waar het werk begint, wordt natuurlijk iedereen gedwongen toch van één strook gebruik maken. Ze moeten daar in Servië nog heel wat leren.


  Website gebouwd door intronet