DE DRAAD DOOR HET SLAKKENHUIS

1. PASIFAEE’S HOOGTIJD


Allerstralendst haar trouwdag! Zij, kind van de zon
en de bruid van de koning der zee, marjolein
en lavendel en honing, loom geurend lotion
dat een zomer belooft en zingt van de wijn,
als een kust die je nadert, de ruis van een bron,
open dal en verlokkend, verrassend ravijn,
zij, vorstin van de stad met zijn muren van hout,
uit wind en uit deining op golven gebouwd,
danst de kraanvogeldans en haar armen zijn slangen
en haar borsten zijn ooft en haar leest is een lier
en haar lokken, o, lokken van wervelplezier,
zij wit, een en al doelwit en roos van verlangen.

>inhoud