2012-05-02
NOVA ZEMBLA 
22. 
De vossen worden meestal overstemd 
door ’t kraken van het botsend ijs op zee 
en ’t huilen van de wind om ’t huis. Je bent 
heel klein als je dat hoort. En o, gedwee. 
De dagen lengen weer. Maar strengen ook. 
De sneeuwstorm dwingt tot dagen binnen blijven. 
Het laaiend vuur brengt vóór je aan de kook, 
terwijl je achterkant lijkt te verijzen. 
Je sokken staan in brand. Dat ruik je, maar 
je voeten worden van de warmte niets gewaar. 
Het nieuwe jaar gaat in zoals het oude 
uitgaat: last, ongemak en - boven alles - koude. 
Maar op de dag waarop je je afpeigert 
om de uitgang van het huis weer vrij te krijgen, 
bedenk je ’s avonds: ’t is Driekoningenfeest! 
En bakt je koek als was je thuis geweest. 
En heft je glas als feestelijk huldeblijk 
en maakt op vaderlandse wijs een metgezel  
koning van Nova Zembla. Voor één tel 
die troost-, zonloze negorij een stralend koninkrijk. 
> inhoud 
 
   
 
 |