2013-11-19

DE VAL VAN CANDIA

5.
Je leven is te vaak maar onvermijdelijk wachten.
Het wachten op wat komt, wachten op resultaat.
En op wat niet gebeurt: doelloos doorwaakte nachten,
jouw toerbeurt op de muur; voor iets vergeefs paraat.

Vanaf september zelden, vanaf november nooit
een schip. Het krijgsbedrijf valt stil. Jij zet je neer
voor een seizoen van regen, dat guur jou kooit,
verstart. Niets komt. Het overkomt je. Overwinterweer.

Mens is geen dier. Maar kleumend in de kilte is
’t verschil niet al te groot. Oòk die gelatenheid,
dat zo maar staan met halfgesloten ogen. Klis.
Niet langer nog een groep, laat staan gevechtseenheid.
Het is vandaag de dag weer eindeloos vandaag.
Gebaren blijven achterwege of zijn traag,
slechts incident.
Soms valt een woord. Precies: het valt.
Misschien wordt er een oog voor even opgeslagen.
Maar monden blijven dicht, als vestingen omwald.
Het antwoord geeft de wind, geven de regenvlagen.

En elke dag je scheepsbeschuit, je rijst en bonen.
- Maar een gevangen rat een feestmaal! – goed bereid!
Tja, wijn weer als de vloot opnieuw is aangekomen.
Putwater dus en wachten op de lentetijd.
 

 

>inhoud



  Website gebouwd door intronet