2013-12-30

DE OPLICHTER

8. GAAN

Na deze dagen, drie jaar later,
kwam weer Zijn woord: “Verlaat dit land.
Ga terug. Toon je aan Achab want
ik wil dat er weer regenwater
de uitgedroogde aarde drenkt.”

Na deze dagen – en je denkt:
En al die dagen dan ertussen?
Onder hun wijnstok en hun vijgeboom,
zij ’s avonds samen zitten rusten?
Met al die droogte vast een droom
te ver. Te rijk. Of toch? Je weet:
hun meel nooit op, hun kruik nooit leeg.

Maar wat ik ook bedenken mag:
een stem die hij als roep verstaat,
een onontkoombaar, diep gezag.
Hij hoort zich roepen. Dus hij gaat.

 

>inhoud



  Website gebouwd door intronet