|
1987-07-01
DE BINNENWEG
18. (c )
Omringd door lege namen. Het lied verklonk. De rots van gisteren is grint van nu. De stroom verzonk. De weg werd uitgewist, de klinkers opgeslokt en overleefde stammen maakten plaats voor opgeschoten loten. De tijd verloopt, de wereld gaat zijn gang. Maar soms, hier, nu, een woord van eeuwen her, gegrift in ons moment.
>inhoud
|
|
|