2001-09-01
TOEDOEN 3
-
In een wereld van lukrake klanken schept rijm een wondere orde waarin loze relazen en manke vergelijkingen weerklanken worden, gebint van een onderkomen, een windscherm in de woestijn om voor je drammen en dromen een toevluchtsoord te zijn. Als een kind op de rug van de taal dat meewiegt met moeders stap, ontheemden, steeds aan de haal, maar toch hopen op burgerschap, op een plaats waar je schrijft dat je blijft, waar, wonder van lentebegin, groen waas in de bomen drijft en gestamel uitspruit tot zin. (10 april 2001)
>inhoud
|