2002-12-20

DE REIS VAN ONS LEVEN

39. Nagymaros

We besluiten onze reis naar huis te versnellen. We zullen niks overhaast doen, maar we blijven niet meer dagenlang op één plaats. De volgende morgen vertrekken we naar het noorden. Kecskemét ligt in ieder geval op onze route, maar we stoppen al eerder in Kiskunfélegyháza, waar een prachtig stadhuis in Hongaarse Sezession staat. In Kecskemét drinken we koffie terwijl we genieten van de bewonderende opmerkingen van de Nederlandse bejaarden die in groepsverband de plaats blijken te bezoeken. Niet zo slecht om dat op je oude dag nog te kunnen doen.
Zonder grote problemen passeren we een zondags Boedapest, waar helaas bij station West geen NRC-Handelsblad van zaterdag (scrypto!)is te krijgen. Het station zelf is nog even mooi als altijd.
Vroeg in de middag bereiken we onze bestemming: Nagymaros aan de Donau, vlak tegenover de burcht van Viségrad. Hier waren we in de zomer van 1994 en zwommen in de Donau en genoten ’s avonds van het zigeunerstrijkje dat de maaltijden opluisterde. Pauline werd dat jaar vijftig en wij waren vijfentwintig jaar verliefd op elkaar en daarom maakte ik voor haar verjaardag een gedicht:

DE GROTE BOCHT VAN DE DONAU

Maar één moment de moeder van momenten:
die woensdag in november als ik jou
weer zie, nee: zie, zie komen door de mensen.
Jij komt voor mij en waarom is dat nou
zo dadelijk zo duidelijk een feest?
Alsof we hier al eerder zijn geweest.
En toch: ons avontuur vangt hier pas aan.
Heel onbewust. Ons lichaam kiest, blind, prompt.
Wij weten nog van niets. Wij zullen langzaamaan
verkennen wat ons overkomt

En nu, een kwart eeuw later. Hier:
aan tafel, ’s zomeravonds. De rivier
vlakbij. 't Kasteel hoog aan de overzij
verlicht. Kruidnagelgeur, wind in de wilgenspel.
Muziek weeft met al haast vergeten zwier
om ons van mooi en oud verdriet een sprei.
Ziet iemand ons hier zitten? Nu,
wij wel!

En daarom moesten we nu weer hier naar toe. We kunnen niet meer direct vanaf de camping bij de rivier komen, maar verder is het nog vanouds. Met de zelfontspanner neem ik een foto van ons met de burcht van Viségrad op de achtergrond. Later op de middag gaan we dorpwaarts en vinden een plaats op een terrasje aan de rivier, net boven het fiets- en wandelpad langs de oever. Het is een echte zomerzondagmiddag en het plezier van de mensen zindert je tegemoet. De toetsenist die de muziek verzorgt, krijgt gezelschap van een man met een accordeon en iemand met een gitaar. We zitten achter onze pils en we maken foto’s van elkaar. Zoals vanouds, maar misschien maak ik wel de mooiste foto die ik ooit van haar in zo’n situatie maakte.
Na het avondeten, zonder strijkje ditmaal, zoeken we ons appartement op. Pauline had geen zin meer in het opzetten van een tent. Ook het liggen op ons luchtmatras bevalt haar niet echt meer. En de camping blijkt sinds kort te beschikken over voortreffelijke accommodatie in dit opzicht. Maar voor we gaan slapen, zitten we nog een tijd in de schemer te genieten van het verlichte kasteel in de verte.


  Website gebouwd door intronet