2002-12-20

DE REIS VAN ONS LEVEN

NAWOORD

Dit verslag had door ons beiden geschreven moeten zijn. Nu haar tegenwicht ontbreekt, draagt het alle sporen van eenzijdigheid. Ik merk hoe vaak ik “ik” schrijf in plaats van “wij”. Ik hoop dat dat de lezer niet al te zeer stoort. Maar ook hierin mis ik haar. Pauline zou – zoals steeds – de balans hebben hersteld.

Wij ontmoetten elkaar voor de eerste keer in november 1968 in het Van Eeghenhuis in Aardenburg. Zij was vormingsleidster, ik begeleidde als leraar een klas. Het jaar daarvoor had de school dit als vorm voor een weekexcursie voor de hogere klassen ontdekt. Het was voor mij de eerste keer dat ik met vormingswerk kennis maakte.
Die week was voor mij een buitengewone ervaring, maar mijn contact met Pauline was oppervlakkig. Zij leidde die cursus ook niet zelf, maar assisteerde.
In 1969 kwam ik met een andere klas terug. Pauline was weg, maar halverwege de week kwam ze na afloop van een programmaonderdeel de ruimte waar de groep verbleef en mijn leven binnen. Dat laatste is een constatering achteraf. We kregen pas later door wat ons beiden op dat moment overkwam. Maar toen dat duidelijk werd, was er geen houden meer aan.

Bij haar begrafenis heb ik verteld hoe mooi, maar ook hoe verwoestend die eerste fase van ons samenleven is geweest. Want ik was gelukkig getrouwd en de vader van kinderen. Maar dat kon niet samengaan met onze liefde. De openheid van het begin smolt spoedig weg. Verhoudingen, maar vooral mensen werden ondermijnd. Heel lang, veel te lang heb ik de onzekerheid, de oneerlijkheid en alle schuldgevoelens die die voor mij met zich mee brachten, laten voortbestaan. Tenslotte dwong Pauline mij tot een onverbiddelijke keus. De beslissing die ik toen nam, ervaar ik nog steeds als het belangrijkste feit van mijn leven.


Amsterdam, juli – december 2002.


  Website gebouwd door intronet