2012-05-02

NOVA ZEMBLA

24.

Het duurde nog een maand of vierenhalf voordat
zij afscheid namen van die plek. Gelukkig maar
dat op dat ogenblik zij nog van alles wat
er komen zou niets wisten. ’t Minst het gevaar
dat hen van binnenuit bedreigde nu het licht
de vossen weer verjoeg. Zij kolven in de zon.
Want de verstijving van hun ledematen ligt
aan ’t feit dat niemand van hen goed bewegen kon
zo ’n lange tijd. Zo denken ze. En doen hun best,
vergeefs. De blauwe plekken die zo maar ontstaan,
het tandvlees dat gaat bloeden, de moeheid die hen prest
gaan door. En toch: de meesten hebben het doorstaan.
Al duurde het toch nog zes maanden welgeteld
dat lepelblad hun krachten wonderbaar herstelt.

Het duurde nog. Dat zinnetje dat alles zegt,
ik proef het in mijn mond waar het bestorven ligt.
De uren die het in zich bergt, de klank die vlecht
met duur, verduren: pijnlijk voelbaar tijdsgewricht.
Je tanden vallen uit en elke daad vermoeibaar.
Ik slik, verslik mij haast in wat mij als te groot
ontgaat. Mijn woord te snel. Wel achterhaald: onwaar.
En dood. Omdat het veel te weinig weet van dood.

> inhoud

 



  Website gebouwd door intronet