2002-12-20

DE REIS VAN ONS LEVEN

18 Enkele burgers van de stad waren de gelukkige eigenaar van een slavin die voorspellende gaven had. Deze vrouw liep dagenlang achter Paulus en Silas aan, roepend dat je voor het behoud van je ziel bij hen moest zijn. Geërgerd (!) had Paulus tenslotte de vrouw van haar kwelgeest genezen, maar nu waren de eigenaars hun inkomsten kwijt. Dus werd de menigte tegen de apostelen opgezet en moest de overheid ingrijpen, die, uit angst voor ongeregeldheden, beide mannen liet geselen en ze in verzekerde bewaring stelde: de binnenste kerker en met hun voeten in het blok. In het donker begonnen Paulus en Silas (wat dacht je!) psalmen te zingen en de gevolgen bleven niet lang uit: midden in de nacht deed zich een zware aardbeving voor die alle deuren opende en alle boeien slaakte. De gevangenbewaarder, ervan overtuigd dat alle gevangenen ontsnapt waren, wilde zich al in zijn zwaard storten, maar Paulus riep met luider stem: Doe uzelf geen kwaad, want wij zijn allen hier! De cipier werd uiteraard nog diezelfde nacht gedoopt en de volgende dag kwamen de autoriteiten met hangende pootjes hoogstpersoonlijk de beide mannen bevrijden, want een Romeins burger had je niet zo mogen behandelen. Filippi mag dus met recht de eerste plaats heten waar een gevangenis een open inrichting werd.

  Website gebouwd door intronet