2013-12-30

DE OPLICHTER

13. ZEGEN

Elia zei tot Achab: “Ga!
Eet! Drink! Ik hoor het ruisen van
de regen al.” En die vertrok weldra.
Maar de profeet van zijn kant nam
’t pad naar de top en zat daar maar
ineengedoken in elkaar
te wachten op wat komen zou,

maar nog niet kwam.

                                   De hemel blauw,
geen wolk te zien. 
                                  Wel zeven keer
zond hij zijn knecht naar waar je goed
de zee kon zien. 
                              Maar telkens weer
kwam die terug. Vergeefs. Hij moet
nog wachten. 
                                 Tot de laatste keer
één heel dun wolkje wordt gemeld,
een mansvuist groot. Hij wacht niet meer.
Terecht! Wanneer hij naar beneden snelt,
drupt het en ’t giet als hij geïnspireerd
de strijdwagen die Achab rijdt,
met speels gemak, juichend passeert.
De koning volgt en hij? Hij leidt.

 

>inhoud



  Website gebouwd door intronet