2004-07-05

BUURMAN BRUIN

HOOFDSTUK 3 CONFESSIE

3.1
Zo’n honderddertig jaar geleden
werd – na het vallen van de nacht
terugkerend van familieleden –
mijn overgrootmoeder verkracht.
Van toedracht en omstandigheden
weet niemand meer bijzonderheden.
Ze zal daarover heel beslist
zelf nooit veel hebben opgedist.
Seks was toen, daar, echt contrabande.
En ook, zoals nu nog altijd,
die grove onrechtvaardigheid:
zo’n mannendaad blijft vrouwenschande
omdat natuur strikt regelvast
de vrouw laat zitten met de last.


3.2
Dus wat zich op die weg afspeelde
tussen twee Zeeuwse dorpen in,
is enkel voedsel voor verbeelding.
Maar het is desalniettemin
belangrijk om het op te halen
omdat wat later de signalen
zich voordeden van zwangerschap.
Heeft zij op dat moment de stap
gezet haar ouders ’t te vertellen?
Of wisten die het al? Hoe ’t zij,
snel wist het hele dorp dat zij
met kind geschopt was. Dat had wel een
opmerkelijk gevolg: plots –heus! –
stond haar verkrachter voor haar neus!


3.3
Wel boeiend je dat voor te stellen!
Kwam hij langs bij de achterdeur
of plechtig bij de voordeur bellen?
Wat was het voor een bamboezeur * ?
Afkomst, verdiensten en positie:
het blijft een zaak van intuïtie.
Wat heeft hij bij zichzelf gedacht
toen hij haar ’s nachts heeft opgewacht?
Waarom was hij nu weer verschenen?
Uit schuldgevoel? Berekening?
Dat laatste is bepaald een ding:
ontelbaar toen toch al diegenen
die over trouwen dachten pas
als kinderzegen zeker was.


3.4
In elk geval: hij wilde trouwen
en hoe hij dat heeft ingekleed,
kan ik voor u hier niet ontvouwen
omdat ik het gewoon niet weet.
Maar haar reactie daarentegen,
die weet ik uiteraard terdege,
want hoe hij het ook heeft geplooid,
dat antwoord luidde: “Trouwen: nooit!
Jij bent een man die niet kan deugen.
Je wil opleggen met geweld,
dat moet ik echt niet! Voor geen geld!
En hoe het mij misschien mag heugen:
Liever geen vader voor mijn kind
dan één die ik onwaardig vind!”

3.5
En daarbij is het dus gebleven:
de bruidegom in spe droop af.
En alle eer wil ik haar geven,
want ik moet zeggen: petje af!
Net drieëntwintig! En zo’n oordeel!
En flinkheid ook! Met recht een voorbeeld!
Een onecht kind was in die tijd
het toonbeeld van onzedelijkheid!
(Vandaar dat later bij ’t bevallen
de baker, leep, maar toch misleid
door al te veel meewarigheid,
het kind ‘per ongeluk’ liet vallen.
—met geen gevolg voor ’t kind dan dat
’t zijn leven lang vaak hoofdpijn had)


3.6
Meer nog dan voor wat mensen zeiden,
hield zij haar hart vast voor zijn aard.
Dat hij straks op die man zou lijken,
heeft haar gemoed heel lang bezwaard.
“In zonde ontvangen en geboren”:
bij wie zou die tekst beter horen
dan bij wat bij haar onder ’t hart
aan ’t groeien was?! Maar hoe benard
en onheilszwanger, onrustbarend
zij zich ook voelde, zij ging door:
Geloof en Hoop en dan maar voor
de Liefde ruimte nog bewaren.
Als ieder moeder heel gewoon
bijzonder baarde zij haar zoon. 


*  Zeeuws voor bambocheur: pierewaaier, schuinsmarcheerder.

>inhoud



  Website gebouwd door intronet