2007-09-03
KEYX EN ALKYONE
3. GEEN TREURSPEL
3.1 Geen treurspel liet meer stof opwaaien in Trachis dan dit drama deed. Toch, meer dan even onrust zaaien, dat deed het niet, zo ver ik weet. Hoe heelalschokkend ook het rouwen, het diepgeworteld zelfvertrouwen kwam snel weer boven: al met al was dit toch een apart geval. Zo ’n held als Herakles die paste niet in het dagelijks patroon. En bovendien: een allochtoon! Ja, zo geredeneerd verraste als je het achteraf beziet, de uitkomst eigenlijk ook niet.
3.2 Dus ging men over tot de orde van alledag: van werk en rust, van opgroeien en ouder worden, vaak automatisch, soms bewust. Een wereld van begrip en rede en leven in de lieve vrede. Wat wil je meer? Het paradijs is eigenlijk toch iets vlakbijs. En toch niet altijd te bereiken. En niet voor ieder weggelegd. (En wel voor jou? Is dat terecht? Of dat terecht is, moet maar blijken!) Behalve van toevalligheid is ’t ook een kwestie van beleid.
3.3 Het wordt nu tijd te gaan vertellen van Keyx en Alkyone, het koningspaar, dat – mag je stellen – model staat in dit exposé voor hoe je echt een mensenleven met dat wat je is meegegeven - dat lang niet op dezelfde lijn! – in lief en leed kan samenzijn. Het koningshuis dat zij hier bouwden is ook met recht een monument: begrip en liefde als cement, een muur van warmte tegen koude en met voor ieder met malheur, ’t zij groot of klein, een open deur.
3.4 De koning, Keyx, liet zich leiden door – onweerlegbaar – zijn verstand. Dat hij aan wiskunde zich wijdde, lag dan ook logisch voor de hand. Een helder hoofd – ook vol met cijfers, met altijd zin in hersenknijpers, vaak – blijk van zijn bedachtzaamheid – zich hullende in zwijgzaamheid. Hoewel in ’t spreken zeer bedreven liet hij bij ’t voeren van het woord gewoonlijk vaak een ander voor. Bescheiden of beknopt, om ’t even, hield hij als regel in het oog: hou maar je kruit en humor droog.
3.5 Zijn oordeel werd alom geprezen als wijs en redelijk, steeds weer. Dat hij vaak scheidsrechter moest wezen, verwondert je dan ook niet meer. Men had in feite maar één klacht en dat was dat men wel vaak moest wachten op resultaat. Maar dat verwijt sproot voort uit zijn zorgvuldigheid. Het lag aan zijn perfectionisme, zijn hoekse hang naar kwaliteit. Dàt kostte hem steeds zo veel tijd. Het was het enige – dat is me perfect hier helder – dat concreet aan zijn perfectie afbreuk deed.
3.6 Alkyone, zijn struise gade, was ’t toppunt van spontaniteit: wat in haar boven kwam, ontlaadde zich dan ook in geen mum van tijd. Wat ook de onderwerpen waren, je kon altijd met recht verklaren dat zij het hart droeg op de tong. Haar hart, dat altijd opensprong als ’t ging om waarheid tegen leugen. Een moordkuil ervan maken was een brug te ver en niet van pas, want als zij vond dat ’t niet kon deugen, werd vriend en vijand onverveerd op haar opinie getracteerd.
3.7 Haar waarheidszin vond zijn pendant in de interesse die ze in mensen had, haar aandacht voor wie faliekant in problemen en/of zorgen zat. In zo ’n geval – heel zeker weten! – zou zij haar vrienden nooit vergeten. Ver of nabij, op zo ’n moment was zij opmerkzaam en attent, nooit te beroerd om in te springen, stond zij op alle plaatsen waar behoefte aan haar hulp was, klaar. Ja, in die kleine (gròte) dingen waar ’t aankwam op gemeenschapszin, was zij met recht een koningin.
3.8 Ze waren beiden dus bijzonder - maar hoe verschillend van elkaar! Dat was wellicht het grootste wonder rond dit verrassend koningspaar: dat ze – hoe anders ze ook waren – zo ’n èenheid bleven al die jaren, terwijl toch hun verschil in aard die tijd volledig bleef bewaard. Karakters toch zo uitgesproken: de ene zo volstrekt primair, de ander –hooguit! – secundair, maar liefde die onafgebroken door weer of wind of euveldaad geluksgezind de tijd doorstaat.
3.9 Dat zij het onderwerp van mythen (er zijn er twee) geworden zijn, ligt wel, gelet op hun merite, logischerwijze in de lijn. Maar één ervan die wil beweren dat hoogmoed hen deed transformeren in zij ijsvogel, hij een meeuw. Ik denk dan: kul, een kreet, een schreeuw. Dat zij zich zouden vergelijken met Zeus en Hera? Kom nou gauw! Terecht: hun echtelijke trouw was echter. Toch: laat naar je kijken! Stel het je even voor en denk: ijsvogel Joke?? En meeuw Henk???
3.10 Ovidius, de grote dichter, die wist wel beter. hij vertelt gedreven, wijzer, onderrichter hoe ’t met die twee echt is gesteld. Ja, een verhaal ook van verdriet en van pijn en dood: zo zijn die mythen. Het is geen grap, geen grol, geen mop. Soms kan je echt je lol wel op. Maar mythen metamorfiseren geschiedenis tot eeuwigheid en tot hernieuwde werkelijkheid. Daarom kan je ‘r zo veel van leren. En daarom ben je soms gewoon geen voetballer, maar godenzoon.
>inhoud
|